Slottekst namens de pastoraatgroep en locatieraad in de laatste viering

Onze kerk gaat uit

Het is zover, 10 januari een datum waar we lang naar toe hebben geleefd maar geen datum waar we verlangend naar uitkeken. Een datum waarvan we wisten dat die onvermijdelijk zou komen. Het is moeilijk, onze kerk gaat uit; een kerk met een groot verleden maar te weinig toekomst.

Een kerkgebouw dat bol staat van herinneringen. Vele duizenden voetstappen zijn er achtergelaten in onze kerk. Er zijn in de loop van de jaren allerlei vieringen bijgewoond; zoals Eucharistievieringen soms met drie heren, woord en communievieringen, gebedsvieringen en Kerstvieringen, vieringen voor het hele gezin, of speciale kindervieringen. Er waren vieringen met blijdschap als er een kindje werd gedoopt of als 2 mensen met elkaar trouwden en ook als kinderen hun Eerste Heilige Communie deden of het Heilig Vormsel ontvingen. Maar er waren ook verdrietige momenten in afscheidsvieringen als iemand was overleden. Vieringen waar verschillende leden van pastorale teams voorgingen en tegenwoordig ook vrijwilligers. Meerdere koren maakten de vieringen nog mooier door prachtig te zingen. Er zijn in al die jaren heel heel veel vrijwilligers actief geweest. Ieder op zijn eigen manier, met zijn eigen kwaliteiten en mogelijkheden. In onze kerk was er altijd gelegenheid om bij Maria een kaarsje op te steken.

Wat nu? Onze kerk gaat uit, een gemeenschap lijkt uit elkaar te vallen. Maar ons geloof in Jezus niet, als we hem willen blijven volgen moeten we samen verdergaan. Met 3 locaties 1 nieuwe geloofsgemeenschap vormen zal tijd nodig hebben, maar als we er allemaal samen de schouders onder zetten moet het gaan lukken. Ik wil dit graag visualiseren met 3 bossen  bloemen:

symbolisch zijn dit de drie locaties: Ariëns, Verrijzenis en St. Jan/Michaël, afzonderlijk zal het niet gaan lukken. Net als met deze bloemen zal het even schikken worden maar alleen samen kunnen we er een eenheid van maken.

Samen gaan we over de horizon.

Uit het Jubileumboek van 2005

75 jaar H. Hartparochie

Van 1920 – 1930 heerste er een ernstige sociale economische crisis in West Europa.

15 april 1929: Kapelaan Geertman, al 14 jaar kapelaan in Enschede, krijgt opdracht tot oprichting van een nieuwe (vijfde!) parochie op het Hogeland en Velve in Enschede. Hij was een sociaal bewogen priester.

26 maart 1930: Benoeming van kapelaan Geertman tot bouwpastoor.

Bij zijn komst naar Enschede was het Hogeland in het onbebouwde buitengebied in de gemeente Enschede en de toenmalige gemeente Lonneker gelegen. Het was het hoogste punt van de stad en best aardappelland. Maar de snel groeiende stad stelde haar eisen. Steeds verder werden van de haar omringende groene velden en weiden stukken afgeknaagd en voor bebouwing bestemd.

Ook het Hogeland ontkwam niet aan de ontwikkeling. Nabij de in de twintiger jaren onder het bestuur van de  bekwame burgemeester Edo Bergsma (oprichter van de A.N.W.B.) aangelegde Hogelandsingel, verrees een groot aantal woningen van de door de R.K. Arbeidersvereniging gestichte woningbouwvereniging ‘Ons Huis’, die de kern vormde van de nieuwe stadswijk. Het aantal katholieken was aanvankelijk nog te klein en de ontwikkeling van de wijk nog te onzeker voor de bouw van een grote permanente kerk. Daartoe ontbraken overigens ook de financiële middelen.

Noodkerk

Pastoor Geertman besloot daarom een noodkerk (het huidige buurthuis en vroegere parochiecentrum ‘De Roef’) te bouwen. Hij nam de bedelstaf ter hand en trok van parochie naar parochie, in alle delen van het land predikend, om de stichting van de parochie financieel mogelijk te maken.

De pastoor was bijzonder geïnteresseerd in de sociale kwesties en had een grote bewondering voor mgr. Alphons Ariëns. Hij ijverde voor de zaligverklaring van Ariëns (pas in mei 2005 is de kerkelijke rechtbank daartoe geïnstalleerd) en zijn vurige wens, de naam van de grote sociale priester nog eens aan zijn parochiekerk te verbinden, ging pas na zijn dood in vervulling.

In september 1930 kwam de noodkerk, onder architectuur van Joh. Sluymer, gebouwd door de aannemer J.G. Reuvers, gereed.

Vanaf het begin echte gemeenschapszin

De plechtige inwijding van de noodkerk en de installatie van pastoor H.A.B. Geertman op 26 september 1930, betekende de officiële start van onze parochie, waar vanaf het begin een echte gemeenschapszin heerste.

Het kerkbestuur, waarvan behalve pastoor Geertman, de heren H.C. Nijkamp en G.J. Temmink deel uit maakten, had het niet gemakkelijk. Er ontbraken nog een pastorie en parochiescholen. Het parochieleven moest nog van de grond komen.

Aan de Hogelandsingel waren tijdig grote percelen grond aangekocht, die zich uitstrekten tot aan de Daalweg.

30 maart 1930: Eerste kerkvergadering op de kamer van pastoor Geertman in een tot woning ingericht schoollokaal op het Larinksticht. Het besluit dat toen werd genomen was: geen definitieve kerk maar een noodkerk. Het terrein was nogal duur namelijk 4520 m2 van Mevr. Beltman-Blijdenstein en 4530 m2 van Dhr. Kromhof. Totaal 9050 m2 ter waarde van ƒ 48.500,-

12 mei 1930: Aanbesteding noodkerk in Concordia. Laagste inschrijver was J. Reuvers ƒ 18.973,-.

15 juli 1930: Eerste steenlegging voor de bouw van de noodkerk door Pastoor Groothuis van de Jacobusparochie. De inzegening werd gedaan door Deken Berendsen, pastoor te Delden.

Uit de notulen van Pastoor Geertman 25 september 1930:

“Om half acht werd door mij in de Jacobuskerk een plechtig lof gehouden waarna in plechtige processie het Allerheiligste naar de noodkerk werd gebracht. Deze stoet was waarlijk indrukwekkend en iets wat in Enschede nog niet ‘Dagewesen’ was. De menigte was stil en eerbiedig. Om half negen arriveerde de stoet, waarbij heel Enschede haast op de been was, aan de noodkerk en werd ik door de Deken geïn-stalleerd. De heer Mengelberg uit Utrecht was de ontwerper van het altaar. De oude preekstoel komt uit de kerk van Wageningen, doopvont uit Heeten, communiebank uit Lonneker.”

De noodkerk is 41 meter lang en 16,66 meter breed en biedt plaats aan 690 zit-plaatsen (500 stoeltjes geplaatst en later nog eens 100).

 

Pastorie

Er ontbraken nog een pastorie en parochiescholen. 7 juli 1930: Plan om hoekterrein aan de Hogelandsingel te kopen van de gemeente voor een pastorie en definitieve kerk voor ƒ 15,- per m2.

Maart 1931: Dhr. Sluymer krijgt de opdracht het hoekterrein Hogelandsingel – Veenstraat (oppervlakte 1600 m2) van de gemeente te kopen voor een pastorie.

1 juni 1931 Aanbesteding pastorie: kosten ƒ 20.840,-. De aannemer is H. ten Thij.

In februari 1932 kwam aan de Hogelandsingel naast de plaats waar later de nieuwe kerk zou verrijzen, de pastorie (huidige huis van de paters Maristen) gereed.

Aan de Daalweg werd naar een ontwerp van architect H.C. van Beers de Alfonsusschool (genoemd naar Alphons Ariëns) gebouwd. Eerste hoofd van deze, op 1 december 1931 gereed gekomen school, was de heer H. Molenaar, die in mei 1931 tevens dirigent werd van het reeds een jaar voor de ingebruikname van de noodkerk, opgerichte parochiële zangkoor.

Enkele maanden later kon de nieuwe kleuterschool (Theresiaschool) aan de pastoor Geertmanstraat, toen nog Bandoengstraat geheten, in gebruik worden genomen.

Op 30 november 1953 werd Bandoengstraat  Pastoor Geertmanstraat.

Op 26 augustus 1932 kwam de eerste kapelaan, G. Geerdink Johannink, die daarvoor enkele jaren kapelaan was geweest in Glanerbrug.

14 februari 1933 krijgt de heer F. Plettenburg goedkeuring tot koop van een stukje grond (142 m2) bij de kerk voor ƒ 1000,-, mits hij er geen danszaal, café of openbare drankgelegenheid van maakt.

Per 14 mei 1933 is in de parochie ook een zelfstandig parochieel armbestuur opgericht. Bestaande uit de heren G.J. Nijhuis, A.J. Ticheler, G.J. Oonk, J. Perik, S. Marcus en C. Volkering

Op 26 november 1937 werd kapelaan Geerdink Johannink opgevolgd door kapelaan H.A. Demmer, wiens plaats op 2 oktober 1942 werd ingenomen door kapelaan H.W.J.C.M. Scholtens.

 

De nieuwe kerk

24 januari 1944: Architect Sluymer krijgt opdracht tot het maken van een schets voor een nieuwe kerk met 1000 zitplaatsen.

In augustus 1948 geeft de parochie ter gelegenheid van het 35-jarig priesterfeest van pastoor Geertman het nieuwe altaar voor de kerk cadeau, kosten ƒ 10.000,-.

Pastoor Geertman was een groot vereerder van Maria. Hij ging op bedevaart naar Fatima en kocht daar het Mariabeeld, dat na zijn overlijden door kapelaan Scholtens, namens de overleden pastoor, als erfenis van de pastoor aan de parochie geschonken werd. Het gouden kroontje, dat O.L. Vrouw draagt, is een geschenk van de parochie aan de pastoor. De parochianen hebben daar zelf goud en edelstenen voor ingezameld.

Op 24 mei 1949 overlijdt pastoor Geertman slechts 59 jaar oud.

Op 24 juni 1949 wordt pastoor E.H.L.A. Jägers benoemd tot opvolger. Hij kreeg als grote taak de bouw van een nieuwe kerk voor de steeds groeiende H. Hartparochie. Het zielental was tot 5500 gegroeid.

December 1950 komt er een schrijven van kardinaal de Jong om over te gaan tot het stichten van een ‘hulpkerk’ op de Velve.

In december 1950 worden alle knielkussens van de stoeltjes overtrokken met een stof (Casimir peper en zout) tegen het plakken van herenpantalons en dames-kousen!

In maart 1951 wordt de eerste elektrische wasmachine op de pastorie aangeschaft. De helft betaald door de kerk de ander helft door de pastoor.

23 juni 1953: Aanbesteding nieuwe kerk.

8 augustus 1953: Eerste steenlegging door Mgr. Th. Huurdeman, Vicaris-Generaal.

Zomer 1953: Koster H.G. Hilgeholt komt door een noodlottig ongeval om het leven. Tot opvolger wordt G.B. Kroeze benoemd.

Op 28 september 1954 wordt door Mgr. Dr. B. Alfrink, aartsbisschop-coadjutor van Utrecht, onder zeer grote belangstelling, de nieuwe Ariëns-Gedachteniskerk geconsacreerd.

In de altaarsteen zitten de relikwieën van de H.H. Petrus en Costus (martelaren). Met 1014 zitplaatsen is het de grootste kerk van Enschede. De klokken zijn geschonken door de textielarbeidersbond ‘St. Lambertus’, die daarmee haar oprichter en eerste geestelijk adviseur, Mgr. Ariëns, wilde eren.

De toen nog jonge kunstenaar Hans Morselt verrijkte de kerk met vier scrafito’s, voorstellende de vier evangelisten, alsmede een aantal gebrandschilderde ramen. Martin Stolk maakte het beeld van Mgr. Ariëns voor de voorgevel.

In 1954 wordt ook het nieuwe orgel in gebruik genomen (ƒ 19.500,-).

Ook werd in dat jaar de noodkerk verhuurd aan machinefabriek  de Bruyn.

Er worden ‘Ordebewaarders’ aangesteld in de nieuwe kerk. De heer Hollink is aangesteld als fietsenbewaarder.

In 1961 wordt de bankenpacht afgeschaft. Invoering van de vrijwillige Kerk-bijdrage in 1964.

1962: Pater W.M. Broess O.Carm. assistent in de H. Hartparochie en bouwpastoor van de “Goede Herder”-parochie op de Velve.

1962: Oprichting gekozen parochieraad als vervolg op de enquête: ‘Het woord is aan de parochiaan’. Eerste voorzitter is de heer G. Roelofs. Ook is dan de oprich-ting van het Jongerenkoor ’Hogeland’.

In 1964 is er het eerste mededelingenblad van de parochie H.Hart/Velve: Contact.

In mei 1965 gaat de bouwaanvraag de deur uit voor een jeugd- parochiehuis in de noodkerk

1965: Consecratie van de Goede Herderkerk.

1966: De Vincentiusvereniging – Elisabethvereniging – Armbestuur gaan voortaan samen onder de naam: Parochiële Caritas.

In 1966 werd de Jeugdparochieraad opgericht met als voorzitter Benno Kloppers.

29 september 1967: Opening ‘De Roef’ als parochiecentrum – clubhuis, dat nieuwe impulsen gaf aan het gemeenschapsleven. “Zonder de geweldige vrijgevigheid van de mensen in deze wijk en de hartverwarmende medewerking van vele vrijwilligers en van de aannemers en installateurs, welke laatste tegen zeer gereduceerde prijzen werkten, was het niet mogelijk geweest dit plan te realiseren”, aldus G. Roelofs.

November 1968: Acolieten (leken) mogen meehelpen communie uitdelen (de parochianen zelf laten pakken).

In de jaren 1965 -1970 worden de jaarlijkse ‘bloesemtochten’ georganiseerd voor oudere en minder mobiele parochianen.

1970 – 1992: Uitgave van het parochieblad ‘Op de Hoogte’. Dit verschijnt 10x per jaar. Hiermee vervalt het parochieblaadje ‘Contact’. Vanaf 1992 tot nu is Vierluik de naam van het parochieblad voor vier binnenstadsparochies: H. Hart, St. Jacobus, St. Joseph en Goede Herder.

In 1970 wordt begonnen met de verbouwing van het priesterkoor, kosten ƒ 23.000,-

Het oude koor voldeed niet meer aan de liturgische opvattingen van na het tweede Vaticaans Concilie. Architect is Hans Hesse. Er komt een uitbouw naar het midden van de kerk. De banken komen bij het priesterkoor over dwars te staan. Hiermee gaat het aantal zitplaatsen terug van 1014 naar 800. De parochianen maakten dit mogelijk ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van de parochie.

In 1971 gaat de altaartafel voor ƒ 250,- naar de ‘Catharijntjes’ (Catharinahuis aan de Lasondersingel 138, waar nu nog zuster Amata woont).

26 september 1976: Zilveren priesterfeest pastor Hendriks.

1980: Leken gaan voor het eerst voor in de Woord- en Communiedienst. De eersten waren Mevr. E. de Roos en Hr. N. Oude Weernink.

1981: Oprichting InterParochiële Vereniging (I.P.V.) en de Dekenale Vereniging.

In 1982 wordt besloten tot maar één viering per parochie in een weekend.

In 1988 worden Parochieraad en Kerkbestuur samengevoegd tot Parochiebestuur.

1992: De Roef wordt verkocht aan de Stichting CUWEB, de grond in erfpacht.

1992: Ir. H. Sluymer maakt ontwerp voor inbouw parochiecentrum.

In 1993 wordt de pastorie verkocht aan de paters Maristen.

Mei 1993: Opening nieuw parochiecentrum en benoeming van het Pastoraal Coördinatie Team, het PCT, met professionele ondersteu-ning van Marc van der Post. Dit team bestreek de drie aandachtsvelden liturgie, catechese en diaconie.

In 2003 werd dit PCT opgeheven.

In 1994 start Scenario C (een experimentele bestuursvorm gekozen door het bisdom) voor de H. Hartparochie. Voorwaarde is een parochie zonder eigen pastor. De parochiegemeenschap is met elkaar verantwoordelijk voor het pastoraat en de eindverantwoording ligt bij het parochiebestuur. Voor het bedienen van de sacramenten zijn pastores uit het dekenaat beschikbaar.

Het is een experiment voor 2 jaar en wordt op ons verzoek in 1996 verlengd.

Op 9 december 1995 is er een studiedag voor de binnenstadsparochies over de beleidsplannen van elk van de vier parochies. Doel: gezamenlijke verantwoorde-lijkheid en eventueel te vormen Personele Unie (P.U.)

1998: Besturendag in Hengelo van de vier binnenstadsparochies over de te vormen P.U.: geen overeenstemming.

1999: De Goede Herderparochie haakt af als kandidaat P.U.

In 2002 wordt een lekenteam gevormd dat voorgaat bij uitvaarten.

2003: Einde P.U.-vorming (geen kandidaten voor het bestuur).

2003: Oprichting samenwerkende dekenaten (Noord en Zuid): Dekenaat Twente.

Pastoors, kapelaans en pastores

Pastoor Geertman 1930-1949 met G. Geerdink Johannink als eerste kapelaan, kapelaan H.Demmers, kapelaan Scholtens en B.Boerstal (1949-1956), tweede kapelaan i.v.m. ziekte Pastoor Geertman.

24 mei 1949: overlijden Pastoor Geertman. Hij is begraven op het kerkhof aan de Gronausestraat.

Pastoor Jägers (1949-1962) met kapelaan Koeleman (1952-1962), Groensmit (1954-1961), derde kapelaan en kapelaan Braem (1956-1958), kapelaan Fennis 1958-1959), marist en kapelaan Vermeulen 1960-1963).

Pastoor Pasman 1962-1974, volgt pastoor Jägers op (die benoemd is in Harmelen). In 1980 overlijdt pastoor Pasman.

Ten tijde van pastoor Pasman waren er diverse pastores die assisteerden zoals kapelaan Holtslag, pater Broess (wordt benoemd tot bouwpastoor op de Velve) kapelaan Beudeker, kapelaan Dirkse, kapelaan De Joode, kapelaan Strijtveen, pater H. Deupman (marist), pater Herman Höfte (Mill Hill), pater L. van de Water en pater W. de Klerk (marist).

 Pastor Hendriks wordt in 1975 benoemd.

Vanaf 1981 worden de pastores benoemd voor vier parochies in IPV-verband, maar toegewezen aan een bepaalde parochie. De pastores Jeunink en Scheeve aan de St. Jacobus/St. Jozef-parochie. Zij en pastoor Brandehof werden als IPV-pastores, na het overlijden van pastor Hendriks, mede ingeroosterd voor de vieringen in de H. Hartparochie.

Marc van der Post, Hans van der Hulst en Carla Berbée zijn als pastoraal werkers ook in IPV-verband benoemd.

Pastor J. Kortstee’s benoeming in IPV-verband hield een toewijzing aan drie parochies in: pastor van St. Jacobus, St. Jozef en H. Hart.

1990-1993: Mevr. E. de Roos pastoraal medewerkster.

1991-1999: pastoraal werker Marc van der Post

1991: Overlijden Pastor Hendriks.

1991-1994: Deken Geurts waarnemend pastoor

Benoeming Pastoraal Coördinatie Team (P.C.T.) in 1993

Vanaf 1994 assistent-pastores: paters Maristen van de Bovenzaal (voormalige pastorie), de pastores H. Zegger, K. Schuurman, L. Botten-berg en pastoraal werkster R. Koppelman. Pastoor Brandehof assisteert tot 18-08-2001.

1994: Deken H. Antonissen, waarnemend pastor.

1995-1999: pastor H. Scheeve.

1999: Hans van der Hulst, pastoraal werker.

2000: Benoeming pastor J. Kortstee.

2001: Carla Berbée pastoraal werkster voor nieuwe wijk de Eschmarke.

 2004: Eén pastoresteam in stad Enschede in een Samenwerkingsverband Enschedese Parochies: Parochie Verband Enschede (P.V.E.)

Teamleider: C. Berbée.

Pastores: Kortstee, Antonissen, Geurtse, Verbraeken, Blijswijk en van der Hulst.

schelprkleur3