Op dit moment zijn er in Enschede zeven kerken die voor de eredienst worden gebruikt. In onderstaand voorgenomen besluit wordt dat aantal teruggebracht tot drie, in overeenstemming met wat in het pastoraal beleidsplan wordt voorgesteld.

1. Eucharistisch centrum. Aan te wijzen: de St. Josephkerk. Deze kerk wordt tevens aangewezen als kerk voor de geloofsgemeenschap van Enschede-Noord, die zal worden gevormd door de locaties Jacobus, Joseph, Paulus en Maria/H.Geest samen te voegen.

2. Kerkgebouw voor Enschede-Zuid, een nieuwe geloofsgemeenschap die ontstaat door samenvoeging van de huidige locaties Ariënsgedachtenis, Verrijzenis des Heren en St. Jan/Michaël. Aangewezen wordt: de Verrijzeniskerk.

Daarnaast krijgt het huidige eucharistisch centrum, de Jacobuskerk op de Oude Markt, een nieuwe bestemming:

3. Kerk voor een breder, maar wel katholiek zingevingsperspectief voor heel Enschede, tevens kerk voor geloofsgemeenschappen van ‘buiten’: de H. Jacobuskerk

______________________________________________________________

Korte uitwerking per kerkgebouw

Alle drie kerken blijven eigendom van de parochie St. Jacobus de Meerdere en vallen pastoraal onder de verantwoordelijkheid van het pastoresteam en bestuurlijk (faciliterend) van het parochiebestuur. Team en bestuur zullen die zeggenschap deels mandateren aan locatieraden en pastoraatgroepen (centrale kerken van Noord en Zuid) en aan een kerkenraad (Jacobus), maar ze blijven eindverantwoordelijk.

Ad. 1. De St. Josephkerk krijgt de bestemming van eucharistisch centrum, geheel volgens de daartoe geldende bisschoppelijke richtlijnen. De kerk is in dat opzicht een plaats van samenkomst voor heel Enschede. De geloofsgemeenschap van de St. Joseph wordt ondergebracht bij Enschede-Noord, evenals de locaties H. Jacobus, H. Paulus en Maria / H. Geest. Van die geloofsgemeenschap zal de St. Josephkerk de ‘parochiekerk’ worden. De nieuw te vormen locatieraad en pastoraatgroep worden samengesteld uit vrijwilligers uit geheel Enschede-Noord en wat de eerste betreft benoemd door het parochiebestuur, dat eindverantwoordelijk blijft.

De kerk is eigendom van een stichting. Dat heeft juridische implicaties. Het eigendom van de Stichting Behoud betekent dat deze gaat over het economische aspect, kort gezegd: de stenen, maar het parochiebestuur zal met inmiddels verkregen instemming van het bestuur van de Stichting Behoud St. Josephkerk de volledige zeggenschap verkrijgen en behouden over het gebruik. Daarvoor zal statuutwijziging notarieel worden vastgelegd. Over de investeringen die nodig zijn voor het in gebruik nemen als eucharistisch centrum wordt, ingaande juli 2013, overleg gevoerd met de Stichting Behoud/Vrienden St. Joseph.

Ad. 2. Door de (voor Enschede topografisch meest logische) verdeling in Noord en Zuid worden de huidige locaties van de zuidelijke helft van de stad, nl. de Ariënsgedachtenis, St. Jan / H. Michaël en de Verrijzenis des Heren samengevoegd tot een nieuwe geloofsgemeenschap met als kerk de Verrijzeniskerk. Ook deze geloofsgemeenschap krijgt een eigen locatieraad en pastoraatgroep.

Ad. 3. De H. Jacobuskerk blijft behouden voor de eredienst en eigendom van de parochie. Die behoudt ook juridisch gezien de volledige zeggenschap, die overigens wel gemandateerd kan worden aan een kerkenraad (vergelijkbaar met de locatieraad).

Voor de Jacobuskerk geldt dat het gebouw behouden blijft als historisch en monumentaal bedehuis in het hart van de stad. Met zijn gezichtsbepalende ligging is de kerk een uithangbord voor katholiek Enschede, dat aldus nadrukkelijk in het centrum van de stad present blijft.

De Jacobuskerk krijgt een drieledige functie:

1. Kerk als plaats van eredienst en liturgische activiteiten. Naast de liturgische vieringen van de Enschedese parochiegemeenschap biedt de Jacobuskerk ruimte voor de eucharistievieringen van o.a. de Poolse gemeenschap, de Italiaanse gemeenschap en de Rooms Katholieke Studentenvereniging “RKS Ariëns”. Ook is er gelegenheid voor vieringen als een Marialof, een vesper, lauden en Taizévieringen. Daarnaast kan aanbidding van het Allerheiligste (aan een zijaltaar; of op een vast uur van de dag) worden overwogen, waarbij de al bestaande gebedsgroep van de Paulus mogelijk een bijdrage kan leveren.

2. De Jacobuskerk als stiltecentrum, als plek van bezinning, een gebruiksmogelijkheid waaraan behoefte zal zijn en blijven, ook onder jongeren. De kerk is daarvoor overdag geopend voor mensen die naar binnen willen voor meditatie en gebed of om een kaars op te steken. Zo’n stiltecentrum past goed bij de omgeving: met zijn brede trappen, uitkomend op de Oude Markt omzoomd door terrassen, wordt een verband gelegd tussen de bruisende buitenwereld en het intieme (neobyzantijnse) interieur van de kerk. De kerk wordt zo een plek om tot rust te komen, een plek van bezinning, o.a. voor het winkelende en wandelende publiek.

3. Liturgie en stilte als inspiratiebron voor diaconale activiteiten rondom de kerk.Vanuit de inspiratie van liturgie en stilte, zijn er rondom de Jacobuskerk allerlei diaconale activiteiten te organiseren, in veel gevallen in de vorm van diaconale projecten. Aangrenzend is het oecumenisch citypastoraat met een inloopcentrum, waar mensen samenkomen voor een kopje thee of koffie, waar ze een luisterend oor vinden en even op verhaal kunnen komen.

De kerk kan tevens een functie krijgen als startpunt voor bedevaarten (Santiago, Lourdes, Wereldjongerenbijeenkomsten). Te overwegen is ook de aanleg van een Lourdesgrot of van een klein processieparkje met kruisweg in de omsloten pastorietuin.

De architectonische waarde en de centrale ligging in het voetgangersgebied van de Jacobuskerk maakt daarnaast dat de kerk veel door passanten en toeristen wordt bezocht. De laatsten kunnen hier ook rondleidingen krijgen. Verder wordt er in een aparte kapel aandacht besteed aan het leven en werk van Alfons Ariëns, waarmee de kerk een sociaal historische functie vervult. Tenslotte is de kerk in principe geschikt voor concerten, tentoonstellingen en lezingen, vanzelfsprekend binnen de daartoe geldende bisschoppelijke richtlijnen, waarbij terdege rekening dient te worden gehouden met het feit dat een katholieke kerk – onder andere vanwege de aanwezigheid van het H. Sacrament – een sacrale ruimte is en ook blijft op momenten dat er geen eredienst wordt gehouden. In dit verband heeft het parochiebestuur goede nota genomen van de brief van 19 april 2010, waarin mgr. Hoogenboom namens de aartsbisschop uitdrukkelijk verwijst naar het Wetboek van Canoniek Recht betreffende het gebruik van gewijde ruimtes.

 

Een chronologische beschrijving van de besluitvorming; tevens onderbouwing

Overlegsituaties en momenten; een overzicht

Rond de fusie, die op 10 april 2010 gestalte kreeg, werd afgesproken verdere wijzigingen, zoals samenvoeging van locaties en het aan de eredienst onttrekken van kerken, voor enige tijd op te schorten, zodat alle betrokkenen eerst konden wennen aan de postfusie situatie. Het bestuur heeft die belofte gestand gedaan.

In april 2012 vond een eerste gesprek plaats tussen pastoresteam en bestuur, waar het onderwerp kerksluiting expliciet aan de orde kwam. Verdere gesprekken over dit onderwerp volgden op 10 mei, 27 september en 13 december 2012. Ondertussen spraken pastoresteam en bestuur ook in eigen kring over herschikking van de gebouwen en in juli 2012 ging een afvaardiging van pastoresteam en bestuur naar Arnhem, waar men inmiddels ervaring had opgedaan met het aan de eredienst onttrekken en herbestemmen van kerkgebouwen.

Eind 2012 verscheen een eerste nota van het pastoresteam, waarin de vraag van het bestuur werd beantwoord: “hoeveel kerkgebouwen hebben op middellange termijn in Enschede nodig om het pastoraal beleidsplan goed te kunnen uitvoeren”? Na een gesprek met het bestuur, waaraan ook de heer Rolf Muller uit Arnhem als ervaringsdeskundige deelnam, volgde een herbezinning door het pastoresteam op de eerdere nota en kreeg deze onder de titel ‘De pelgrimstocht van de parochie St. Jacobus de Meerdere’ zijn definitieve vorm.

Daarop werd door het bestuur besloten de locaties afzonderlijk uit te nodigen voor een oriënterend gesprek over de toekomst, waarbij met name over de eigen gebouwen en de eigen geloofsgemeenschap werd gesproken. Deze gesprekken vonden volgens het volgende schema plaats:

26 februari 2013        St. Joseph

27 februari 2013        H. Jacobus

13 maart 2013            Verrijzenis des Heren

14 maart 2013            St. Jan / H. Michaël

19 maart 2013            H. Geest / Maria

20 maart 2013            H. Paulus

03 april 2013  Ariënsgedachtenis


In de tussentijd waren er gesprekken met de vicaris (19 maart), met de Stichting Behoud St. Joseph (27 maart) en met Rolf Muller in Arnhem (2 april) en bovendien hadden alle bestuursleden schriftelijk gereageerd op een preconcept van de vicevoorzitter.

Op 8 april kregen de locaties elk afzonderlijk de gelegenheid de notulen van de eerdere gesprekken goed te keuren en werd er n.a.v. een bijgevoegde korte notitie oriënterend gesproken over realistische mogelijkheden in de toekomst.

Op 9 april was er hernieuwd overleg tussen het bestuur en het pastoresteam, waarin het concept werd besproken, met name werd de nota die als uitgangspunt had gediend gelegd naast hetgeen de gesprekken, o.a. met de locaties hadden opgeleverd.

Op 10 april sprak het bestuur met een afvaardiging van het bisdom (de heren Zuijdwijk, Dols en Van Heijst). Bij dit gesprek was ook de vicaris aanwezig. Tijdens dat gesprek werd het concept besproken, waarbij wederzijds vragen werden beantwoord en verwachtingen en wenselijkheden uitgesproken.

Op 11 april vergaderde het voltallige bestuur en nam het een voorlopig besluit.

Elementen uit dat besluit werden op 13 april door de pastoor besproken met de bisschop en op 14 april gebeurde hetzelfde tussen bisschop en vicevoorzitter.

Vervolgens schreef de vicevoorzitter een nota waarin het voorgenomen besluit werd vermeld, uitgewerkt en toegelicht en van een onderbouwing voorzien. Na consultatie van alle bestuursleden en verwerking van wijzigingsvoorstellen werd de nota op 29 april 2013 naar het bisdom gestuurd.

De onderliggende vraag: hoeveel kerken?

De eerste vraag die beantwoord moest worden was: hoeveel kerken hebben we op middellange termijn nodig? Daarvoor schreef het pastoraal team een op de toekomst gerichte nota, die vervolgens door het bestuur als uitgangspunt werd genomen. Het pastoraal team kwam tot maximaal drie van de zeven kerken, inclusief het eucharistisch centrum.

De ontwikkeling van Enschede laat zien dat de stad zich vanuit het centrum meer naar het noorden en zuiden heeft uitgebreid dan naar het westen en oosten. Een verdeling in noord en zuid is derhalve het meest logisch. Dat betekende dat van de bestaande kerken er een voor het noorden als locatiekerk moest worden aangewezen en een voor het zuiden. Zo mogelijk zou een van die twee kerken de functies van eucharistisch centrum en locatiekerk moeten combineren.

Eucharistisch centrum

Voor de functie van eucharistisch centrum wordt doorgaans gekozen voor een gebouw dat in het centrum van de parochie ligt, mede omdat – de naam zegt het al – de kerk nadrukkelijk bedoeld is als centraal bedehuis voor de hele stad. In veel steden gaat het daarbij om monumentale historische kerken. Dat laatste was t.a.v. het eucharistisch centrum voor het bestuur geen absolute ‘must’, maar de centrale ligging nadrukkelijk wel. Uit de gesprekken van het bestuur met de locaties bleek dat enkele locaties geen eucharistisch centrum wilden worden, vooral omdat zij zich dan wat aard en vorm van de erediensten betreft, te veel beperkt voelden. Dat gold met name voor de Verrijzenis des Heren en de Maria / H. Geest. Twee andere locaties, de St. Jan / Michaël en de Ariënsgedachtenis twijfelden, maar achtten een dergelijke aanwijzing in principe denkbaar en de St. Paulus, St. Joseph en de H. Jacobus opteerden alle drie nadrukkelijk voor deze bestemming. Het bestuur koos er vervolgens voor vooral de drie laatstgenoemde in de beraadslagingen te betrekken, mede omdat de St. Jan / Michaël en de Ariënsgedachtenis niet alleen twijfels bleken te hebben, maar beide ook duidelijk minder centraal gelegen zijn.

Bij de afweging welke van de kerken eucharistisch centrum zou moeten worden, speelden tal van overwegingen een rol. Het bestuur betrok bij het besluit – steeds in overleg met het pastoresteam - allerlei aspecten die overigens niet alle even zwaar meewogen.

Allereerst was al eerder nadrukkelijk bepaald dat er in Enschede, als elders, slechts ruimte is voor één eucharistisch centrum. Pastores en bestuur zijn geen voorstander van twee eucharistische centra. Voor die visie zijn meerdere beweegredenen. Twee centra zouden – bij drie kerken, die maximaal open blijven - de spoeling voor andere locaties wel erg dun maken en ze zouden ook elkaars concurrenten kunnen worden. Het bestuur zet liever in op een goed geoutilleerd centrum, dat aldus ook een grotere toeloop mag verwachten en waarbij ook volledig voldaan kan worden aan de nadrukkelijke wens om goed verzorgde, sfeervolle vieringen te garanderen. Trouwens, twee centra zouden in de toekomst – de komende schaalvergroting toont en bevestigt dat - ook niet te bemensen zijn; er is dan immers op beide plekken een priester nodig.

Liturgisch gezien sluit de Paulus op dit moment het beste aan bij wat van een eucharistisch centrum verwacht mag worden. Men volgt er nauwgezet de bisschoppelijke richtlijnen, heeft een duidelijke voorkeur voor eucharistievieringen en trekt mensen uit alle delen van de stad en regio, die de voorkeur geven aan een traditionele H. Mis. Dat de Paulus niet beschikt over een beeldbepalend historisch gebouw werd door het bestuur van secundair belang geacht, veel zwaarwichtiger waren het feit dat de kerk decentraal, aan de westelijke periferie van de stad ligt en dat de gemeenschap al geruime tijd een imagoprobleem heeft. Weliswaar is er met name sinds de fusie wat dat betreft veel ten goede gekeerd en het bestuur heeft daarvoor veel waardering, maar aanwijzing van de Paulus als eucharistisch centrum voor heel Enschede zou elders in de stad nog steeds op veel onbegrip stuiten en niemand zit – bij alle pijnlijke veranderingen - op nog meer ruis te wachten. Dat veel kerkgangers van de Paulus van elders komen kan ook geen valide argument zijn deze kerk als eucharistisch centrum aan te wijzen; deze gelovigen zijn immers ook in een centraal in de stad gelegen eucharistisch centrum van harte welkom. Ten slotte overwoog het bestuur dat de actieve mensen van de Paulus natuurlijk ook een zeer waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het eucharistisch centrum en het bestuur nodigt ze daartoe – nogmaals refererend aan de nieuwe positieve instelling van de Paulusmensen - ook nadrukkelijk uit.

Bleven voor het eucharistisch centrum over de Joseph en Jacobus. De aanwijzing van de laatstgenoemde heeft in het verleden nogal wat vraagtekens opgeroepen en is op onbegrip gestuit. Het bestuur heeft toegezegd de aanwijzing van de Jacobus als eucharistisch centrum bij de herschikking opnieuw tegen het licht te houden. De Jacobus is de moederkerk van Enschede, draagt de naam van de stadspatroon, bezit architectonisch gezien allure, heeft een historische dimensie en ligt zeer centraal. Maar er zijn ook belangrijke nadelen: de gemeenschap heeft een nogal eenzijdige samenstelling, heeft geen basisschool binnen de grenzen, geen eigen koor en is door zijn ligging op het stadserf voor een eucharistisch centrum, zeker per auto, vrij moeilijk bereikbaar. Ook het aantal parkeerplaatsen is beperkt. Daarnaast biedt deze goed onderhouden, nog onlangs gerestaureerde kerk als ‘ongebonden’ kerk in het hart van de stad duidelijk meer mogelijkheden, mogelijkheden waar in Enschede ook duidelijk behoefte aan is en die nu door de functie van eucharistisch centrum worden getemperd.

Ook de eveneens monumentale, historische Josephkerk heeft de allure die volgens velen (maar niet allen) past bij een eucharistisch centrum. De onlangs volledig gerestaureerde kerk ligt centraal, maar buiten het voetgangersgebied en is daardoor goed bereikbaar, grenst aan het parochieel dienstencentrum en heeft voldoende parkeermogelijkheden die nog kunnen worden uitgebreid. Het neogotische interieur is erg altaargericht, wat aansluit bij de klassieke liturgie, zoals die voor een eucharistisch centrum door het bisdom wordt voorgeschreven. Een bijzonderheid is dat het gebouw geen eigendom is, maar van de Stichting Behoud wordt gehuurd. Dat betekent dat de kerk relatief goedkoop is voor de parochie, al zullen wel investeringen nodig zijn om het interieur voor de nieuwe functie optimaal geschikt te maken. Huur heeft ook als consequentie dat de parochie de volledige zeggenschap over het gebruik dient te verkrijgen. De gemeenschap St. Joseph heeft van oudsher een open, naar buiten gerichte instelling, maar de vitaliteit op langere termijn baart enige zorg. Daarom is het niet raadzaam de kerk uitsluitend tot eucharistisch centrum te bestemmen, maar tevens als locatiekerk voor Enschede-Noord, waarbij parochianen uit de andere locaties voor de nodige revitalisering kunnen zorgen. Dat laatste zal nadrukkelijk door het bestuur worden gemonitord en het bestuur zal assimilatie en integratie van alle oorspronkelijke locaties in de nieuwe gemeenschap ook entameren.

Locatiekerk voor Noord

De mogelijke keuze van de Joseph als eucharistisch centrum en als locatiekerk voor Noord, betekende niet dat niet nog eens nadrukkelijk naar de laatstgenoemde aanwijzing werd gekeken. Met name de positie van de Mariakerk was daarbij in het geding. Het bestuur had aan de gesprekken met de vertegenwoordigers van deze locatie een positief gevoel overgehouden. Daarnaast is deze kerk centraal gelegen in het noorden, goed onderhouden, prima bereikbaar en relatief vitaal. In een later stadium van de discussie kwam er het element van de verdere schaalvergroting bij en dan met name de pastorale en op den duur bestuurlijke samenvoeging van de parochies St. Jacobus de Meerdere, Franciscus (Haakbergen) en Maria Vlucht. Tot de laatste behoort ook Lonneker. Het is op dit moment onduidelijk wat er op langere termijn met Lonneker gebeurt; de betrokken parochie moet nog met herschikking beginnen, maar een feit is dat nu al veel mensen uit de noordelijkste wijken van Enschede in Lonneker kerken en dat sluiting van deze kerk vooralsnog niet waarschijnlijk is. Met dit gegeven verschoof het totaalplaatje in geografisch opzicht, zeker toen ook de keuze van een kerk in het zuiden duidelijk werd.

Locatiekerk voor Zuid

De keuze van een locatiekerk voor Enschede-Zuid was zeer moeilijk. Het was inmiddels evident dat slechts een van de drie kerken in de zuidelijke helft van Enschede voor de eredienst behouden kon blijven. In alle drie gevallen gaat het om relatief moderne gebouwen, die qua profilering een goede tegenhanger vormen voor het 19e eeuwse, in traditionele neogotische stijl gebouwde eucharistische centrum.

Om te beginnen de Ariënsgedachtenis, een uitstekend onderhouden gebouw met een opvallende ligging aan de singel. De gesprekken met deze gemeenschap verliepen nogal moeizaam. Er bleek wantrouwen en dat is een emotie die bij samenvoeging van gemeenschappen contraproductief werkt. Die attitude was niet geheel nieuw. Het fusieproces tussen de H. Hartparochie (met de Ariënsgedachteniskerk) en Goede Herderparochie heeft door zijn weinig soepele verloop geleid tot veel, deels onderhuidse strubbelingen, interne tegenstellingen en fractievorming. Ook is er lang onduidelijkheid geweest hoe de financiële huishouding precies in elkaar zit en sommige uitgaven zijn nog steeds boekhoudkundig niet optimaal verwerkt. Weliswaar zijn de tegenstellingen tussen de bloedgroepen goeddeels, zij het nog niet geheel, overwonnen en zijn er veel positieve ontwikkelingen te melden (denk aan de zeer actieve pastoraatgroep), maar de Ariënsgedachtenis heeft een imagoprobleem in de rest van de stad en deze kerk tot locatiekerk van Zuid maken leek het bestuur een brug te ver en zou ook elders niet begrepen worden. Bovendien ligt de Ariënsgedachtenis nogal decentraal in de zuidelijke helft van Enschede en relatief dicht bij het centrum met zijn stadskerken.

Het laatste, de ligging, spreekt ook in het nadeel van de St. Jan / Michaël. Ook hier is de locatie enigszins decentraal in het zuiden. Bovendien is het exterieur – de kerk staat weggedrukt aan een grote parkeerplaats - weinig aansprekend. Maar het eigentijdse interieur met zijn mooie ronde vorm is dat duidelijk wel. Andere positieve punten zijn de goede staat van onderhoud en de gemotiveerde, vrij jonge locatieraad, hetgeen duidt op vitaliteit. Bovendien is in deze locatie een eerder fusieproces wel positief verlopen.

Omdat de drie kerken van het zuiden op veel punten niet voor elkaar onderdoen krijgen de verschillen mogelijk meer gewicht dan bij een afweging elders. Dat is onvermijdelijk, omdat er toch gekozen moet worden. De Verrijzenis ligt dan het meest centraal, ook in de wijk, in een typische arbeiderswijk, is goed bereikbaar, heeft volop parkeerplaatsen en nuttige bijgebouwen. Bovendien wordt deze kerk het best bezocht van alle Enschedese kerken en heeft goede banden met een viertal basisscholen. Minpunten van de Verrijzenis zijn dat de locatieraad dringend vitalisering en uitbreiding behoeft en dat er kosten gemaakt moeten worden, zoals een vernieuwing van het dak. Die kosten zijn echter beheersbaar en verkoop van gebouwen levert ongetwijfeld een veelvoud van die kosten op, zodat niet op vermogen hoeft te worden ingeteerd.

Uiteindelijk gaven met name de geografische spreiding, gevoegd bij de ligging in het hart van zuid in een sociaal / maatschappelijk zwakke wijk, de banden met de basisscholen en het feit dat de Verrijzeniskerk de drukst bezochte locatie is de doorslag. Het totaalplaatje, waarin ook Lonneker is opgenomen bevestigde de keuze.

Kerk met een breder zingevingsperspectief in het hart van de stad

De vraag of een parochiebestuur er rekening mee moet houden dat het in meerdere opzichten onwenselijk, volgens sommigen zelfs ontoelaatbaar is een historische, monumentale en cultureel waardevolle kerk af te stoten, zeker als er onlangs nog veel gemeenschapsgeld in een restauratie is gestoken, zal bij de afweging van individuele bestuursleden mogelijk een rol hebben gespeeld, maar een echt antwoord op die vraag heeft het bestuur als geheel in eerste aanleg niet geformuleerd. De redenering ten aanzien van de Jacobuskerk was in het begin van de beraadslagingen niet dat het bestuur deze kerk niet wilde sluiten of afstoten, omdat je dat vanuit maatschappelijk oogpunt niet zou kunnen maken, de overweging de Jacobuskerk in eigendom te houden en voor de eredienst te behouden was voor het bestuur vooral een bewuste, positieve keuze, die werd ingegeven door de wens naar pluriformiteit in het aanbod van vieringen en activiteiten.

Ter verduidelijking: het hele proces van kerksluiting roept bij velen begrijpelijke gevoelens van teleurstelling, verdriet en verlies op. Pastoresteam en bestuur kunnen wel oproepen om deze gevoelens – na een volstrekt legitieme en veelal noodzakelijke rouwperiode – achter zich te laten en om te wisselen voor een positieve, op de toekomst gerichte grondhouding, maar dan zal ook perspectief geboden moeten worden. Een deel van de gelovigen voelt zich zeer thuis in een eucharistisch centrum, waar traditionele eucharistievieringen worden gehouden. Anderen, waaronder ook met name vele jongeren, opteren voor een wat lichtere of alternatieve vorm van eredienst in een hen meer aansprekende setting. Het is de verantwoordelijkheid van pastores en bestuur zich er voor in te zetten die gelovigen niet nog meer van de kerk te vervreemden, maar juist te proberen deze mensen vast te houden, ze het perspectief van een aansprekende geloofsbeleving te bieden. “Eenheid in verscheidenheid” was daarom de gedachte waarmee pastoresteam en bestuur aan de klus van de herschikking begonnen en bij die slogan hoort een gebouw waar binnen de bisschoppelijke richtlijnen een veelheid aan waardevolle functies wordt samengebracht. In dat licht bezien is de Jacobus bij uitstek geschikt voor een breder zingevingsperspectief voor heel Enschede, voor een bestemming als open kerk voor het stadspastoraat. Deze constructie is elders in het bisdom en daarbuiten al verwezenlijkt. Maar anders dan op sommige plaatsen is het de bedoeling de Jacobus een weliswaar breder, maar nadrukkelijk wel rooms-katholiek perspectief, dat elders in dit concept uitvoeriger staat beschreven, te geven.

 

Onderzoek naar herbestemming gebouwen

Uitgangspunten bij herbestemming zullen zijn:

-          De parochianen in een wijk moeten trots zijn op wat er met het gebouw gebeurt

-          Het toekomstig gebruik moet passen bij de oorspronkelijke basiswaarde van het gebouw.

Padista’s en pastorale steunpunten

Het pastoresteam heeft in het pastoraal beleidsplan gepleit voor de inrichting van padista’s of pastorale steunpunten, in een aantal gevallen mogelijk in oecumenisch verband, teneinde de pastorale presentie en nabijheid te waarborgen. Bestaande bijgebouwen leken daarvoor veelal geschikt. Uit de gesprekken met sommige locaties als ook met externe deskundigen kwam naar voren dat de wenselijkheid van padista’s of pastorale steunpunten niet of niet overal een vaststaand gegeven is. Inrichting daarvan kan er ook toe leiden dat in sommige locaties (geloofsgemeenschappen) de wenselijkheid en noodzaak tot integratie en assimilatie geen of weinig prioriteit krijgt en men zich terugtrekt in kleine eigen vestingen. Die laatste ontwikkeling zou onwenselijk zijn. Anderzijds hebben o.a. de professoren in hun manifest helder het belang van het behoud van lokale gemeenschappen in kleiner verband, waar gelovigen zich thuisvoelen bepleit (zie ook: de inleiding van de vicevoorzitter).

Daarom is het verstandig de inrichting van padista’s en steunpunten nog eens principieel te bezien in pastoresteam en bestuur, als ook in de overleggen met de locaties. Ook bekeken zou kunnen / moeten worden welke wenselijke vorm, als besloten wordt tot steunpunten of padista’s, deze zouden moeten krijgen, of ze ook overal, waar een kerkgebouw gesloten wordt moeten komen of we eerst kleinschalig gaan experimenteren en hoe we onwenselijke ontwikkelingen in ingerichte padista’s en steunpunten gaan monitoren.

 

Een kloppend financieel plaatje in de toekomst

Het terugbrengen van het aantal kerkgebouwen dat voor de eredienst behouden blijft en eventueel het niet herbezetten van plekken van vertrekkende pastorale werkers, alsmede de aanstaande schaalvergroting moet er toe leiden dat de jaarlijkse uitgaven de jaarlijkse inkomsten niet overstijgen. Eventueel zijn aanvullende bezuinigingen nodig.

Een adequaat en nader qua percentage te bepalen deel van de bezittingen en het eigen vermogen nu dient ondergebracht te worden in een fonds gebouwen. De drie overgebleven kerken, het Parochieel Dienstencentrum Enschede en de eventueel in te richten pastorale steunpunten dienen uit dat fonds qua exploitatie, onderhoud en in het geval van de Joseph: huur voor minstens dertig jaar bekostigd te kunnen worden.

Een adequaat en nader qua percentage te bepalen deel van de bezittingen en het eigen vermogen nu dient ondergebracht te worden in een fonds pastoraal beleid. Daarvan dienen de pastores en andere medewerkers betaald te worden. De behoefte wordt bepaald door het in een daartoe dienende nota helder omschreven pastorale beleid.

Beide fondsen worden naar rato aangevuld met gelden die uit huur en/of verkoop van ‘afgestoten’ gebouwen worden gegenereerd.

Mei-juli 2013
Bestuur St. Jacobus de Meerdere parochie Enschede