In 1325 kreeg Enschede stadsrechten van de Utrechtse bisschop Johan van Diest. Er is toen een stadszegel ontworpen waarop St. Jacobus in de ene hand zijn staf houdt en met zijn andere hand het kerkgebouw van Enschede draagt. Jacobus zegelHet zegel is in 1666 vervangen door een zegel met het huidige wapen van Enschede waarop een slaghek is afgebeeld. 

Aanvankelijk heeft de Grote Kerk aan de Oude Markt als katholieke Jacobuskerk gediend. Deze dateert reeds uit de 12e eeuw, toen na de kerstening van Twente diverse Twentse kerken in Romaanse stijl werden gebouwd.
Kleinere in Haaksbergen, Delden, Goor en Enschede, een grotere in Oldenzaal. In 1480 werd de kerk in Enschede in gotische stijl aangepast en uitgebreid.
Tijdens de reformatie, bij de inname van de stad door prins Maurits in 1597, werd deze kerk aan de protestanten gegeven. Gedurende 70 jaar komen de katholieken van Enschede in het geheim samen of wijken ze uit naar kerkgelegenheid over de grens in het bisdom Munster. Vanaf 1665 breekt er grotere verdraagzaamheid aan en mogen zij een kerkhuis bouwen op grond van de familie Van Loen (aan het tegenwoordige Van Loenshof), dat er echter aan de buitenkant moet uitzien als een gewoon  huis met rieten dak en schoorsteen.
Na de Franse tijd breekt er meer vrijheid van godsdienst aan en mogen de katholieken in 1842 onder koning Willem II midden in de stad tegenover de Grote Kerk aan de Oude Markt hun eigen Jacobuskerk bouwen, op de plek waar nu ook de St. Jacobuskerk staat. Deze kerk brandde geheel af bij de stadsbrand van Enschede in 1862, waarna in 1864 een nieuwe, grotere neogotische kerk werd neergezet. Dit kerkgebouw was echter al rond 1920 aan ingrijpende renovatie of vervanging toe. Uiteindelijk werd tot het laatste besloten.

Een bouwopdracht in crisistijd

Jacobus 75 jarig boekje resize