Logo Bisschop ConvBrief in pdf

                            Barmhartig als de Vader

Brief van de R.-K. bisschoppen van Nederland

bij gelegenheid van het ‘Heilig Jaar van de Barmhartigheid"

Christenen geloven dat wij door God geschapen zijn om in liefde en eenheid met Hem te leven. Onze Heer Jezus Christus is ons voorgegaan naar het huis van God onze Vader, om voor ons een plaats gereed te maken (vgl. Joh. 4, 2-3). Jezus is de deur tot de Vader, die ons bij Hem wil doen thuiskomen.

Dat geloof wil ons - die door het Doopsel kinderen van de Vader zijn geworden - zeer verantwoordelijk doen omgaan met het leven dat wij van God gekregen hebben, met onze naaste door God aan ons toevertrouwd, met de wereld die Hij ons in beheer heeft gegeven.

Om het essentiële belang van onze thuiskomst bij God te benadrukken en ons daartoe de weg te wijzen, heeft paus Franciscus een ‘Buitengewoon Jubileum van de Barmhartigheid’ afgekondigd. Dat heeft
hij gedaan in de bul ‘Misericordiae vultus’ van 11 april 2015, die door de Nederlandse bisschoppen in een vertaling is uitgegeven (zie: www.heiligjaarvandebarmhartigheid.nl).
De paus begint deze bul met de woorden: “Jezus Christus is het gelaat van de barmhartigheid van de Vader.” Paus Franciscus nodigt ons uit om in het Heilig Jaar door een speciale Heilige Deur te gaan: de ‘Deur van de Barmhartigheid’. Dat is een deur om bij God de Vader thuis te komen; deze deur is een beeld voor Jezus Christus, door wiens lijden, dood en
verrijzenis wij tot Gods eeuwig Vaderhuis toegang hebben.

Het Heilig Jaar zal beginnen op 8 december 2015. Die datum is bewust gekozen omdat het die dag de vijftigste verjaardag is van de afsluiting van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie (1962-1965). Dan zal de paus de Heilige Deur van de Sint Pieter te Rome openen. De zondag daarop - de Derde zondag van de Advent - zal hij de Heilige Deur van zijn kathedraal
van Rome, de St. Jan van Lateranen, openen. In ieder bisdom ter wereld en dus ook in Nederland, zullen die zondag eveneens één of meerdere deuren geopend worden, een ‘Deur van de Barmhartigheid’ waar ieder die erdoor binnentreedt – aldus de paus – “de liefde van God, die troost, vergeeft en hoop geeft, zal kunnen ervaren.”

De paus opent het Heilig Jaar op het Hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria. God heeft Maria vrijgehouden van alle zonden, vanaf het allereerste begin van haar bestaan, met het oog op Zijn menswording in haar. Zo werd Maria een heilige tempel van God. Zo zijn ook wij door Hem bedoeld: vrij van zonden, van alle kwaad, geheel vervuld van Zijn liefde en licht.

Het Heilig Jaar biedt ons een bijzondere gelegenheid om ons eigen leven te zuiveren van wat onoprecht en donker is, van
wat ons verwijdert van God, onze naaste of onszelf. Daartoe heeft onze Heer Jezus ons het sacrament van Gods barmhartigheid gegeven: het sacrament van boete en verzoening, de biecht.

Door dat sacrament gaan wij naar God, de barmhartige Vader, om Zijn vergevende liefde te ontvangen. De paus wil met dit
Heilig Jaar van de Barmhartigheid juist ook dit sacrament een centrale plaats geven, omdat wij hierdoor heel persoonlijk tot God gaan, die ons in de persoon van de priester ontvangt en ons Zijn vergeving wil schenken.

Daartoe worden zoals gezegd overal ter wereld in elk bisdom één of meer kerken door de bisschop aangewezen waar ook een Heilige Deur zal zijn. In die kerk zal er gelegenheid zijn voor het ontvangen van het sacrament van Gods barmhartigheid. Dit alles om door Jezus Christus Gods genade te ontvangen, om geestelijk vernieuwd te worden en “om zelf metterdaad teken te worden van het handelen van de Vader.”
Het Heilig Jaar wil in ons uitwerken dat wij zelf ‘Barmhartig als de Vader’ zijn. Jezus zegt immers: “Wees barmhartig
zoals jullie Vader barmhartig is” (Luc. 6, 36).

Dit roept de gedachte op aan de gelijkenis van Jezus in het Evangelie van Lucas over de terugkeer van de verloren zoon (Luc. 15, 11-32). De vader ontvangt zijn kind - door de zonde van hem afgedwaald - weer met open armen in zijn huis.

Rembrandt van Rijn heeft dat in de laatste jaren van zijn leven op zeer ontroerende wijze verbeeld. De priester Henri Nouwen heeft in zijn boek ‘Eindelijk thuis’ hierover treffend geschreven. Zo wijst hij erop dat Rembrandt de vader heeft afgebeeld als een blinde. Daarmee wordt uitgedrukt dat God ons mensen niet met de ogen ziet, maar met het hart, Zijn hart van grenzeloze liefde. De mantel van de vader is open en rood van kleur; de verloren zoon wordt omgeven door goddelijke liefde. De handen van de vader rusten op de rug van de zoon: de een is stevig en drukt de zoon krachtig tegen zich aan - het is de hand van een vader - en de andere hand is ranker - die van een moeder - en streelt troostend. Het hoofd van de zoon die verloren was, rust in de schoot van de vader. Zo drukt Rembrandt uit: door de terugkeer naar zijn vader wordt de zoon opnieuw geboren.

Het Heilig Jaar van de Barmhartigheid wil ons die liefde van God onze Vader geven, waardoor ons hart, ja heel ons leven zich vernieuwt, zodat wij verder groeien in onze relatie met God, zo nodig terugkeren naar de schoot van de Vader. Het Heilig Jaar is een oproep om tot inkeer te komen, indachtig Jezus’ woord: “Zo, zeg Ik u, heerst er vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt” (Luc. 15, 10).

Misschien denken wij: het valt allemaal wel mee, ik doe toch mijn best, fouten maken is menselijk. Het sacrament van de biecht is voor mij niet (zo) nodig. In ons land is het sacrament van de biecht bij velen niet bekend of buiten beeld geraakt, dusdanig dat menigeen is gaan denken dat het afgeschaft zou zijn. Niets is minder waar. Dit sacrament is immers een gave van Christus, een paasgave (vgl. Joh. 20, 19-23), die een vaste plaats in ons geloofsleven toekomt.

We zien dat jongeren dit sacrament bijvoorbeeld leren kennen tijdens Wereldjongerendagen. Ook tijdens bedevaarten in Rome, Lourdes of andere plaatsen vinden steeds meer mensen de weg naar een priester die hen namens de Heer ontvangt, om hun zonden te vergeven, opdat zij met een blij en opgeruimd hart hun weg als kind van de Vader kunnen vervolgen.

Mensen kunnen soms jarenlang met een geheim of schuldgevoel rondlopen en dan kan dit sacrament nadien een diepe innerlijke bevrijding en vrede geven. Wij hopen dat dit Heilig Jaar van de Barmhartigheid voor velen de ruimte mag scheppen om dit sacrament te (her)ontdekken.

God heeft ons uit liefde geschapen en blijft ons roepen om Zijn beeld en gelijkenis te zijn, ook al is ons leven door de zonde
geschonden, zijn wij liefdeloos geweest en hebben wij vooral onszelf gezocht, ten koste van God en medemens.

Leven als beeld van God, als kind van de Vader, door onze liefde voor Hem en onze naaste, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat vraagt dat wij ons toeleggen op een waarachtig christelijk leven; dat ons bidden een aandachtig moment van ontmoeting met God is, dat onze naastenliefde oprecht is, dat we God en de medemens dienen, zonder onszelf te zoeken.

Wij kunnen niet zonder de genade van God, Zijn kracht en liefde. Die schenkt Hij ons door Zijn Heilige Geest, door Zijn Woord, door de sacramenten, in het bijzonder door de Eucharistie. Die liefde van God groeit en werkt in ons als wij evenals Jezus dienen, anderen in hun moeilijkheden en nood bijstaan, naar lichaam of geest, of beide.

Paus Franciscus schrijft: “In dit Heilig Jaar zullen wij de ervaring kunnen opdoen ons hart te openen voor allen die leven in de meest hopeloze randgebieden van het bestaan die de moderne wereld op dramatische wijze doet ontstaan. ... Het is mijn vurig verlangen dat het christenvolk gedurende het Jubeljaar nadenkt over de werken van lichamelijke en geestelijke barmhartigheid. Het zal een manier zijn om ons geweten wakker te schudden dat vaak ingeslapen is ten overstaan van het drama van de armoede, en om steeds meer door te dringen tot de kern van het Evangelie, waar de armen de bevoorrechten zijn van de goddelijke barmhartigheid. De prediking van Jezus houdt ons deze werken van barmhartigheid voor, opdat wij kunnen begrijpen of wij wel of niet leven als Zijn leerlingen.
Laten wij opnieuw de werken van lichamelijke barmhartigheid ontdekken: te eten geven aan de hongerigen, te drinken geven aan de dorstigen, de naakten kleden, de vreemdelingen opnemen, de zieken bijstaan, de gevangenen bezoeken, de doden begraven.
En laten wij niet de werken van geestelijke barmhartigheid vergeten: de twijfelenden raad geven, de onwetenden onderrichten, de zondaars vermanen, de bedroefden troosten, beledigingen vergeven, lastige personen geduldig verdragen, tot God bidden voor de levenden en de doden.”

In en vanuit onze Kerk zijn velen actief om met werken van barmhartigheid mensen in nood nabij te zijn, onder wie de
vluchtelingen die reeds onder ons zijn of die nog bij ons hun toevlucht zullen moeten nemen. Wij hopen dat zij door de woorden van paus Franciscus bemoedigd zullen worden om hun goede werk voort te zetten. Wij zijn ons ervan bewust dat
dit veel van een mens kan vragen.

In navolging van de paus willen wij uitdrukkelijk de uitnodiging laten klinken om gedurende het Heilig Jaar (dat wordt afgesloten op 20 november 2016, het Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal) door de ‘Deur van de Barmhartigheid’ te gaan, om onszelf toe te vertrouwen aan de barmhartige liefde van God en door de werken van barmhartigheid elkaar en anderen bij te staan. Dat is ook onze blijvende opdracht: dat wij als Kerk er zijn tot zegen van allen op deze wereld.

Wij hopen en bidden dat velen die liefde mogen ontvangen, op onze weg naar het huis van de Vader. Dat velen God mogen leren kennen, omdat wij in navolging van Jezus ‘Barmhartig als de Vader’ zijn. Het is - aldus paus Franciscus - een levensprogramma dat even veeleisend is als rijk aan vreugde en vrede.

Utrecht, Feest Maria Geboorte - 8 september 2015

De R.-K. bisschoppen van Nederland