Een kerkgebouw is het 'huis van God'. Het is de voornaamste plaats voor christenen om bijeen te komen en God aan te horen, eer aan te bieden, te bidden, troost te ontvangen en de Eucharistie te vieren. Voor zover de godsdienstvrijheid dat niet toelaat, worden door christenen kerkgebouwen voor de eredienst gebruikt. Hiermee wordt de verblijfplaats van God zichtbaar gemaakt: het huis van God. Het is de tempel van het Nieuwe Verbond (verg. Joh. 2, 13-32).

Kerkgebouwen

In oorsprong kwamen de eerste christenen ondergronds bijeen, uit angst voor vervolging van een godsdienst die nog niet was erkend. Erediensten werden in particuliere huizen of in catacomben gehouden. Als de volgelingen van Christus wel godsdienstvrijheid verkrijgen, worden kerken gebouwd. Een kerk wordt ook wel bedehuis of Godshuis genoemd.

Een kerkgebouw is pas geschikt voor liturgische vieringen, als het gebouw is gewijd. Voor de bouw wordt de grond en fundamenten al ingezegend door de bisschop, en als het gebouw is voltooid, worden de muren en het altaar besprenkeld met wijwater. Aan het eind van de plechtigheid wordt een Eucharistieviering gehouden.

Zo mogelijk ieder jaar wordt de wijding van het kerkgebouw als feest herdacht. In ieder bisdom heeft de verjaardag van de wijding van de kathedraal een speciale status. Deze wordt in de kathedraal van het bisdom als hoogfeest en in de parochiekerken als een eigen feest van het bisdom gevierd.

Van een aantal kerken staan de wijdingsfeesten op de liturgische kalender. Dit zijn alle basilieken in Rome: de Santa Maria Maggiore (5 augustus), de Sint Pieter en de Sint Paulus-buiten-de-Muren (18 november) en de Sint Jan van Lateranen (9 november). Met name het wijdingsfeest van deze laatste kerk is belangrijk. De betekenis staat op de gevel van de kerk: "Sacrosancta lateranensis ecclesia omnium urbis et orbis ecclesiarum mater et caput" (Allerheiligste kerk van Lateranen, moeder en hoofd van alle kerken van de stad en van de wereld). Feitelijk is de Lateranenkerk de kathedraal van Rome en om die reden belangrijker dan de Sint Pieterskerk in Vaticaanstad.

Soorten kerken

Er zijn in de loop der eeuwen verschillende soorten kerkgebouwen ontworpen. De functie of bouwstijl bepalen meestal om wat voor soort gebouw het gaat:

Naar functie:

Kathedraal en domkerken
Basiliek
Parochiekerk
Kapel
Kloosterkerk: abijkerken, kapittelkerken, munsterkerken
Schuilkerk
Votiefkerk
Bedevaartkerk

Naar bouwstijl:

Kruiskerk
Hallenkerk
Koepelkerk 
Staafkerk

Zo kan het dus – als voorbeeld - voorkomen dat een basiliek tegelijkertijd een kathedraal is.

Kerkinrichting

De inrichting van een kerk moet als huis van God uiteraard er verzorgd uitzien. De eerste christenen kwamen bijeen in huizen. In de loop der tijd kwamen beschikbare ruimten en architectonische mogelijkheden samen bij de bouw van nieuwe kerken. In de architectuur van Romeinse inzichten ontstonden basilieken als bouwtype voor een kerk. Een basiliek wordt gekenmerkt door een rechthoekige liturgische gebouw, met zuilen (of een zuilengang) aan de zijkanten. Een kerk stond bij voorkeur op een oost-west as. Bij de inrichting werd duidelijk rekening gehouden met de plaats van priester en leken in de parochie. Het schip van de kerk is de plaats voor de gelovigen; de altaarruimte (ookwel priesterkoor) is de plaats voor de clerus.

 

Belangrijke plaatsen en voorwerpen in een kerk zijn:

Altaar, Ambo, Sedes, Tabernakel, Retabel, Paaskaars, Godslamp, Doopvont, Orgel en Biechtstoel

Buitenlucht

De voornaamste plaats voor het vieringen is in het kerkgebouw. Toch komt het geregeld voor dat vieringen buiten het gebedshuis voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld, heel praktisch, omdat de kerk te klein is (bijvoorbeeld bij heiligverklaringen in de Sint Pieter in Rome). Ook de aard van de viering, bijvoorbeeld bij dank bij een goede oogst, kan gekozen worden de viering buiten te houden.

Processies

Zowel in, als buiten de kerk kunnen processies worden gehouden. Zowel in het klein als in het groot. De binnenkomst van celebranten en acolieten aan het begin van een viering is een vorm een kleine processie. De Sint Jansprocessie in Laren is een voorbeeld van een grote processie: het is het jaarlijkse patroonsfeest dat duizenden gelovigen trekt. In 2002 werd voor het eerst sinds 1673 in Utrecht een grote processie met de reliekschrijn van de H. Willibrord gehouden. Lange tijd waren dit soort processies verboden. In de Grondwet was het tussen 1848 en 1989 verboden deze vorm van publieke godsdienstoefeningen te houden. 

Om(me)gang

Een variant van de processie is de ommegang. Talrijke plaatsen hebben ommegangen gekend. Ommegang komt van 'omgaan', het rondgaan langs kerken en plaatsen voor bijzondere verering, zoals bedevaartplaatsen. Een ommegang biedt zo mogelijk meer expressie: het is een stoet van prekende, biddende en verklede mensen en organsaties. De Maria van Jesse-omgang in Delft, de Maria-omgaan in Bergen op Zoom of de Omgang van Brussel zijn enige, eeuwenoude voorbeelden die nog steeds worden gehouden.

Dit stuk is overgenomen van www.katholiek.nl
Terug naar boven.