Toen ik in 1996, na tien jaar vrijwilligerswerk voor jongeren, de stap zette naar een baan bij St.Gloverpastoraat had mijn vader, vraagtekens. “Is je liefde voor het basisonderwijs dan helemaal verdwenen?”, vroeg hij. Met de uitleg over de inhoud van het jongerenpastoraat zag hij mijn uitdaging ook. “Hoeveel mensen doen dat dan? Krijg je wel medewerking? Vind je jongeren? Is het wel echt een baan?” Vragen waar ik achter kwam door het te gaan doen. In de regio waren wel priesters/diakens/pastoraalwerkers die dezelfde doelgroep bedienden. Over medewerking vanuit de lokale kerkbesturen, teams, en vrijwilligers heb ik nooit te klagen gehad. En in de beginjaren sloten zich elkaar jaar zo’n 50-60 jongeren aan. Maar zoals met alles, het veranderde door de jaren heen. De ontkerkelijking sloeg ook over op de aanmeldingen na het vormsel. We, de vrijwilligers en ik, maakten de activiteiten steeds ‘spannender’ en leuker. We pasten ons aan, aan de wensen. Het meeste was succesvol, al waren er ook teleurstellingen.
Terug naar 1996. Mijn vader had een fantastisch handschrift. Hij hield van schrijven. Ik kreeg van hem een gedicht, prachtig uitgeschreven, om in te lijsten. De titel: Wees niet bang. (evt. te vinden op www.mariavlucht.nl) De laatste paar jaar werd dat gedicht voor mij steeds belangrijker. De strekking van tekst uit 1996 is nog steeds actueel: als dit je roeping is, wees niet bang en ga ervoor! Dat heb ik gedaan. Sluit het nu af. Dankbaar voor alles en iedereen die ik heb mogen ontmoeten, ga ik een nieuwe fase in. En ik ben weer niet bang!
Ans te Lintelo
Wees niet bang Je kunt de eerste toon zijn in een lied Je kunt de eerste vonk zijn voor een vuur Je kunt de eerste graankorrel zijn op een akker Je kunt de eerste druppel zijn voor een bron Je kunt de eerste pas zijn voor een dans, xx |